Leuke speltips voor gebarenkaarten

Al spelend leren is plezant! Met de gebarenkaarten kan je verschillende spelletjes doen. Door te spelen oefen je spontaan en gemakkelijk de gebaren. Deze spelletjes zijn ook een aanrader voor leerkrachten, opvoeders, familie of gezinnen, zelfs als je geen link hebt met gebarentaal! Heel laagdrempelig én op een leuke manier maak je kennis met gebarentaal.

  1. Durven gebaren
    Raad wat het gebaar kan zijn (niet op achterzijde kijken!). Hierdoor leer je durven en visueel nadenken. Als je bijvoorbeeld een wandelende kip nadoet, zal men je waarschijnlijk ook begrijpen, ook al is het gebaar voor het woord ‘kip’ niet hetzelfde. Fouten bestaan niet met dit spel. Het gaat om het durven.

  2. Beurtenkaarten
    Trek om de beurt een kaart. Leer zo samen gebaren op een rustige manier.

  3. 30 secondenspel
    Verzamel zoveel mogelijk kaarten in 30 seconden. Hoeveel kaarten kan jij gebaren binnen de tijd? Wie doet het beter? Doe dit om de beurt.

  4. Rara, kent iemand het gebaar?
    Raad of de andere het gebaar zal kennen. Trek een kaart en bedenk of je tegenstander het gebaar al kent. Als je het juist raadt, verdien je een punt (turven). Als de tegenstander het juist kan gebaren, krijgt hij (ook) een punt. Wie kent het meeste gebaren? Als het gebaar niet gekend is: oefen dan via de achterzijde.

  5. Van waar komt het gebaar?
    Denk samen na over waarom het gebaar zo is. Wat is de reden dat men het zo gebaart? Het grootste deel van de kaarten kan je herkennen. Bijvoorbeeld: het gebaar voor thee komt van hoe je het theezakje in de tas sopt. Door te begrijpen vanwaar het gebaar komt, kan je het beter onthouden.

  6. Rolnemen
    Doe aan rolnemen met de gebarenkaarten. Geef je tegenstander een bijvoeglijk naamwoord erbij (snel, traag, groot, klein, oud, fier, …). Je trekt bijvoorbeeld de kaart olifant en krijgt als bijvoeglijk naamwoord ‘fier’. Dan probeer je te doen alsof jij zelf een fiere olifant bent: schouders recht, kin hoog, in het rond kijkend. Je kan met je handen de oren nadoen en fier flapperen, de slurf elegant nadoen, met je vuisten de poten al wandelend nadoen. Denk na over alle verschillende elementen die een olifant heeft en probeer ze visueel te maken met je handen, mimiek en houding.

  7. Geheugenspel
    Variant van ‘ik ga op reis en neem mee’: trek een kaart en voer het gebaar uit. Leg ze op tafel. Vanaf dat moment mag je niet meer naar de achterzijde kijken. De volgende trekt een kaart en legt ze bij in het rijtje op tafel. Vervolgens moet hij het hele rijtje gebaren. Zo blijft het rijtje aangevuld worden. Als je iets fout gebaart of niet meer weet van in het rijtje, ben je verloren.

Ben je benieuwd welke woorden er voorkomen in de gebarenkaarten? Download hier het overzicht. Heel handig om de kaarten (terug) te sorteren en per thema te oefenen!




380 gebarenkaarten

om VGT te oefenen en speelplezier mee te beleven. Leuk om met de familie te doen! Leerrijk en gezellig tezamen.


Start met onze online cursus Vlaamse Gebarentaal

Met login bekijk je alles op je eigen tempo. Je leert één voor één de gebaren. Geen stress om iets te missen, want het gebaar herhaalt zich tot jij beslist om verder te gaan.

Ga aan de slag met de oefeningen en leer VGT over het thema dat jou interesseert.

Waar wacht je op? 😉